De gedragsrichtlijnen voor de leden van de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie (NVT) zijn opgesteld op basis van de Code of Ethics van de Amerikaanse Society of Toxicology (2012), en vastgesteld door het bestuur van de NVT op 14 januari 2013. Aanpassingen hierop, mede naar aanleiding van het voorstel van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) voor een nieuwe Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit, zijn door het NVT bestuur vastgesteld op 17 september 2018, na consultatie van de leden op de algemene ledenvergadering op 31 mei 2018. Tijdens de bestuursvergadering van 15 november 2021 is besloten een zin over plagiaat op te nemen in de gedragsrichtlijnen welke is goedgekeurd door de leden tijdens de algemene ledenvergadering op 24 mei 2022.

Inleiding
De toxicologie richt zich op de bestudering van de schadelijke effecten van chemische, fysische en biologische agentia op levende organismen, met als oogmerk de risico's van blootstelling aan deze stoffen voor mens, dier en milieu te schatten en te adviseren bij maatregelen om ongewenste effecten te minimaliseren. De toxicologie is bij uitstek een interdiscipline tussen de medische, biologische en chemische gebieden van wetenschap. De taak van toxicologen omvat het verwerven en overdragen van wetenschappelijke kennis en technisch inzicht in de toxicologie en het toepassen hiervan.

Het streven van de leden van de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie om in hun beroepsuitoefening moreel juist en maatschappelijk verantwoord te handelen, waardoor een positieve invloed van hun werk op de maatschappij wordt uitgeoefend, vindt zijn weerslag in artikel 3 van de Statuten van de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie.
Artikel 3 van de Statuten:
"Het bevorderen van inzichten in de verschillende aspecten van de toxicologie gericht op de bescherming van mens en milieu"
Deze doelstelling kan worden bereikt door:

  • het verbeteren van de communicatie tussen toxicologen en het bevorderen van uitwisseling van informatie tussen onderzoekers;
  • het onderhouden van contacten met internationale organisaties op toxicologisch gebied;
  • het bevorderen van toxicologisch onderzoek in het algemeen en in het bijzonder het ontwikkelen en ondersteunen van initiatieven die stimulerend kunnen werken in die gebieden van de toxicologie waar een dringende behoefte aan kennis en inzicht bestaat;
  • het bevorderen van onderwijs in de toxicologie;
  • het bevorderen dat aan nieuw verkregen inzichten bekendheid wordt gegeven.

Een uitwerking van deze doelstelling heeft geleid tot de hierbij gepresenteerde gedragsrichtlijnen (als aanvulling op de gedragsrichtlijnen van de KNAW waar de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie zich achter schaart). Deze zijn adviserend van aard en beogen toxicologen meer bewust te maken van de gevolgen van hun beroepsuitoefening voor samenleving en milieu, ook wanneer hun verantwoordelijkheid slechts indirect of gedeeltelijk is. Verder zijn zij bedoeld om leden te stimuleren tot een goed nabuurschap, een open houding tegenover de samenleving en bereidheid om toelichting op hun beroep te geven.

Ofschoon toxicologen geen homogene beroepsgroep vormen zijn deze richtlijnen bestemd voor alle leden van de Nederlandse Vereniging voor Toxicologie, zowel voor directe betrokkenen, zoals onderzoekers, docenten, productiemedewerkers en technologen, als ook voor hen die wat verder van de toxicologische praktijk staan zoals beleidsmakers en managers.

Veel aspecten van de verantwoordelijkheid van de toxicoloog, zoals een verantwoord gebruik van proefdieren, betrekkingen met de klanten, de werkgevers en de medewerkers, evenals de naleving van veiligheids- en milieunormen, zijn al vastgelegd in regelgeving, bedrijfscodes, kwaliteitsnormen, wetgeving en arbeidscontracten. Deze aspecten worden in de hieronder weergegeven richtlijnen niet besproken. Van toxicologen mag verwacht worden dat zij zich houden aan de wet en regelgeving ter zake.

Richtlijnen voor maatschappelijk gedrag
1. Verantwoordelijkheid voor een integere beroepsuitoefening
Maatschappelijk verantwoord gedrag van de toxicoloog begint bij een integere beroepsuitoefening. Daarom zal hij/zij in zijn/haar, aan de toxicologie gerelateerde, handelen er steeds naar streven:
1.1 alleen werkzaamheden te verrichten waarvoor hij/zij door opleiding en ervaring gekwalificeerd is, indien nodig gesteund door specialisten;
1.2 steeds de vindingen van anderen als hun intellectuele eigendom te respecteren en de essentiële bijdragen van collega's en medewerkers te erkennen;
1.3 objectieve voorlichting in onderzoeksvoorstellen en mededelingen te geven evenals waarheidsgetrouwe presentatie van resultaten in rapporten en publicaties ook met betrekking tot uitvindingen;
1.4 zich in te zetten voor het voorkómen en bestrijden van alle gevallen van oneerlijkheid en fraude in de beroepsuitoefening;
1.5 de toxicoloog dient bij onderzoek wetenschappelijke normen en waarden te hanteren zonder concessies te doen aan bijvoorbeeld politiek, religie, nationaliteit, geslacht, ras of commerciële belangen;
1.6 plagiaat in de vorm van het kopiëren van geschreven tekst, beeldend materiaal of ideeën te voorkomen. Werk van de toxicoloog, zowel in geschreven vorm als in enig andere vorm, dient origineel te zijn, tenzij duidelijk en indien noodzakelijk met toestemming een bron is vermeld.

2. Verantwoordelijkheid voor het huidige en toekomstige welzijn van de mens, dier en het milieu
De grensverleggende aard van het onderzoek in de chemie en de toxicologie, de behoeften van de generaties na ons en de mogelijkheid van schadelijke effecten van de chemische stoffen vereisen van de toxicoloog, dat hij/zij:
2.1 een bijdrage levert aan het opstellen van richtlijnen en het voorstellen van maatregelen met betrekking tot een veilige en duurzame productie, gebruik, transport en verantwoorde afvoer na gebruik van chemische producten;
2.2 zich medeverantwoordelijk voelt voor de uiteindelijke gevolgen van zijn/haar advisering, voor zover deze met betrekking tot samenleving en milieu te voorzien zijn;
2.3 zich verantwoordelijk voelt voor een verantwoord proefdiergebruik waarbij de toxicoloog streeft naar het voorkomen van onnodig gebruik en streeft naar toepassing van methoden ter vermindering, vervanging en verfijning van het gebruik van proefdieren.

3. Verantwoordelijkheid voor een goede communicatie met de maatschappij
Naast het onderhouden van contacten met binnen- en buitenlandse collega's in het beroepenveld, heeft de toxicoloog ook een bijdrage te leveren aan een goede communicatie met de samenleving. Deze is van belang voor het handhaven van een goede verstandhouding en het minimaliseren van wederzijdse vooroordelen.
Docenten zijn in een bijzondere positie om hieraan vorm te geven in hun contacten met leerlingen en studenten. Ook in andere functies kunnen toxicologen, wanneer dit in hun vermogen ligt en de gelegenheid zich voordoet, hieraan bijdragen door:
3.1 beeldvormende informatie over het beroep van de toxicoloog in laboratoria en fabrieken te verstrekken aan geïnteresseerden, zoals omwonenden, scholen en belangengroepen door middel van lezingen, interviews, 'open huis', excursies en gesprekken;
3.2 tijdig en eerlijk informatie te geven over de mogelijke gevolgen voor de samenleving bij de ontwikkeling van nieuwe producten en van de beoordeling van risico’s voor mens en milieu van bestaande stoffen;
3.3 met gevoel voor de maatschappelijke consequenties slechts een mening op toxicologisch gebied uit te spreken op basis van professionele kennis, zowel bij optreden voor de publiciteitsmedia als voor individuele personen;
3.4 aandacht te hebben voor meningen die bij het publiek leven en de toxicologie aangaan.

4. Verantwoord handelen bij een moreel dilemma
Hoewel morele dilemma's van verschillende aard kunnen zijn, hebben ze met elkaar gemeen, dat er binnen de werksituatie een gespannen verhouding bestaat tussen enerzijds de uitvoering van een opdracht of een taak, en anderzijds de officiële en geaccepteerde regels, codes en wetgeving, of de professionele integriteit, het maatschappelijk inzicht of het persoonlijk geweten van de toxicoloog. Om tot een goede afweging te komen, verdient het aanbeveling dat de toxicoloog:
4.1 het voorzorgsprincipe hanteert. Dit houdt in dat hij/zij zich er naar beste kennis en vermogen van vergewist, dat de eventuele risico's en ongunstige neveneffecten van een stof bij toepassing maatschappelijk gerechtvaardigd worden door het doel;
4.2 bij een blijvend dilemma een gesprek aangaat met collega’s (scientific peers), waarbij belangen van de betrokkenen zoveel mogelijk gerespecteerd worden. Ook kan een gesprek worden gevoerd met de in de organisatie aanwezige vertrouwenspersoon of –instantie, waarbij de toxicoloog zich ervan bewust is dat het wetenschappelijke debat beter niet via de media moet worden gevoerd;
4.3 indien gewenst contact op te nemen met het bestuur van de NVT voor advies of bemiddeling.

Gedragscode Biosecurity KNAW
Nederland heeft ook een gedragscode voor Biosecurity. Deze vrijwillige gedragscode voor onderzoekers is gericht op bewustwording van de mogelijke risico's van het misbruik van levenswetenschappelijke kennis. De code is opgesteld door de werkgroep Biosecurity, die voor dit doel werd ingesteld door de KNAW en is bestemd voor kennis- en onderzoeksinstellingen in de levenswetenschappen. De NVT onderschrijft ook deze gedragscode. U kunt de gedragscode vinden op de website van de KNAW.